Boukje: Meet-Inn is een mooie afleiding

“Ik denk dat ik in 2019 voor het eerst in Meet-Inn was, maar misschien is het wel langer geleden. We hadden toen in ieder geval nog geen corona”, vertelt Boukje. Deze regelmatige bezoeker vindt het gezellig in Meet-Inn. “Ik zit graag aan de bar om een kopje koffie te drinken en met elkaar te praten.”

De beperkingen die corona met zich meebrengt zijn wel jammer, merkt Boukje op. “Je kunt niet spontaan een winkel binnenlopen en in Meet-Inn mis ik een paar vaste gasten met wie ik veel omga. En ook sommige activiteiten liggen even stil. Hopelijk kan dat binnenkort weer. De ruilmiddag bijvoorbeeld vond ik leuk om aan mee te doen, ik heb daar mooie kommen voor in de keuken aan overgehouden.”

Met elkaar lachen

Ze is het inloopcentrum op het spoor gekomen via vaste bezoeker Pim. “Pim is mijn collega. We doen veel inpakwerk, zoals rolletjes verband en pleisters inpakken, of boutjes en moertjes. Heel leuk werk, lekker simpel, ik werk graag met mijn handen. Pim en ik kunnen goed met elkaar lachen.”
Deze collega vertelde haar over Meet-Inn. “Dat je hier samen kunt eten en met elkaar aan tafel zit, dat sprak mij echt aan. Want anders eet ik altijd alleen thuis, dat is niet altijd gezellig.” Boukje is twee tot drie keer per week in Meet-Inn te vinden.

Tanzania

Haar hobby’s zijn lezen en tv-kijken. “Sommige praatprogramma’s vind ik wel interessant, maar sport op tv kan me niet boeien.” Haar ouders zijn helaas overleden, vertelt ze. “Mijn vader nog niet zo lang geleden. Ik heb een broer die in Culemborg woont, een zus in Baflo en mijn jongste zus heeft een passieflorabedrijf in Tanzania.” Boukje is daar nog nooit geweest. “Dat staat nog op mijn verlanglijstje, als eerst dat rotvirus maar eens weg is.” Ze is tevreden over haar leven, vertelt Boukje. En Meet-Inn bezoeken kan ze iedereen aanraden. “Ik zou zeggen: ga er eens naartoe. Dan zit je niet de hele tijd thuis en kom je nog eens naar buiten. Als je alleen woont zoals ik, dan kan het weleens eenzaam zijn. Ik hou ervan om alleen te zijn, maar niet te vaak. Dan is dit een mooie afleiding.”